Edith Wharton
Ik las een uitstekend verhaal van Edith Wharton: ‘Romeinse koorts’ uit de gelijknamige bundel. Richting het einde toe wordt het woord voor woord perfect en de clou is ronduit verrassend.
Italie. Twee adelijke dames babbelen wat vermoeid. De sfeer is meteen raak: verveling van de rijke upperclass in Rome. En over ‘Babs’, ‘Barbara’ een meisje dat maar héél even er is, maar waar ze het steeds over hebben. ‘Ik vroeg me af hoe twee voorbeeldige mensen als jullie zoiets dynamisch konden voortbrengen?’ […] ‘Mijn dochter is perfect. Als ik blijvend invalide raakte, zou ik… nou dan zou ik me liever aan de zorg van Jenny toevertrouwen. Maar ja! Ik heb altijd al een schitterende dochter gewild.’ [..] ‘Babs is ook een engel.’ […] ‘Natuurlijk, natuurlijk. Maar een met regenboogvleugels. Ach ze slenteren nu langs de zee met hun jongemannen…’ […] ‘Ik werd snel bang omdat ik te gelukkig was. Begrijp je eigenlijk wat ik daarmee bedoel?’